,,Ineens ben je dan stadsdichter van Tilburg. Ik was blij en verrast. Mij werd gevraagd wat ik zou doen als ik stadsdichter zou zijn. Talent ontwikkelen. Aanwezig zijn op scholen en jongeren inspireren.
Ik was laatst op het Vakcollege en legde aan de leerlingen uit dat het handig is om verhalen te kunnen vertellen als zij later managers zijn. 'Wij worden geen managers, meneer', was de reactie vanuit de schoolbanken. 'Dit is vmbo'. Ik legde uit dat ik ook van het vmbo kom. 'U komt van de universiteit', zeiden ze. Ik legde uit dat ik daar was geëindigd en dat zij er ook kunnen eindigen door in hun dromen te geloven.
Ik vertelde hoe ik als kind les kreeg in Suriname met een schoolbord vol gaten waar de lerares behendig omheen schreef. Zonder boeken, maar met schriften die we vol schreven. Soms moest je op de tafels staan omdat het water hoog stond.
Met al helemaal geen budget om een dichter uit te nodigen. Ik leef mijn grootste nachtmerrie. Ik heb geen diploma en niemand wil mij als ik solliciteer. Ik ben het levensavontuur aangegaan zonder vangnet. Kortom, studeren is een investering voor de toekomst.
Ik heb last van faalangst. Mijn beide ouders komen uit het onderwijs en zo kwam ik al vroeg in aanraking met boeken. Kennis is weten en kennis kun je verspreiden. Ik verslond ze, daar onder die mangoboom in Suriname, van sprookjes tot filosofie. Mijn leeftijdsgenootjes pestten me omdat ik niet voetbalde. Dat deed pijn. Ik was als kind erg groot en men verwachtte minstens een grote mond. Maar ik had geen behoefte me te verdedigen, zweeg en trok me terug. Nog erger dan gepest worden vond ik dat men van mij iets anders verwachtte dan ik was.
Ik vergelijk mezelf met Ferdinand the Bull, de hoofdfiguur uit de gelijknamige Disneyfilm. Dit stiertje is al vroeg vrij groot en iedereen wil van hem een agressieve vechtstier maken. Maar Ferdinand wil niet vechten, hij wil hele dagen in de weide aan bloemetjes snuiven. Ik ben ook groot en zachtaardig. "
,,Op een gegeven moment dacht ik dat de faalangst weg was, maar in Nederland liep ik tegen de prestatiedruk aan op de universiteit. Ik blokkeerde en de angst verlamde me opnieuw. Ik stopte met de studie en niet lang daarna stond ik op een podium te delen wat zo lang op mijn hart lag.
Ik ben gezegend met een geweldig stel vrienden. Een van hen schopte me het podium op, plaatste me op Podiumvlees alwaar ik tweede werd. Daarna volgden Poetry Circle en won ik in 2015 de Van Dale Spoken Words Award voor storytelling."
,,Toen ging alles snel. Voordat ik het wist stond ik in de Heineken Music Hall bij een massameeting van GroenLinks voor vijfduizend man, op het Bevrijdingsfestival en onlangs op Lowlands. Beetje bij beetje brokkelen de leugens af, over dat ik niets kan en niets zal worden.
Je angsten aangaan is niet leuk, maar het is de enige manier om te toetsen of ze waar zijn. Ik ben intussen door podiumervaring en als spreker op verschillende locaties een stuk gegroeid en merk dat het me soms al lukt om mijn angstdemonen neer te sabelen. Maar wat mensen van me denken, blijft voor mij nog steeds belangrijk. Ook daar wil ik vanaf. Het maakt afhankelijk en onvrij.
Ik wil zijn wie ik ben, wat anderen er ook van mogen denken. Ook in relaties moet ik me mezelf kunnen zijn. Ik heb een langdurige relatie gehad met een vegetariër terwijl ik dol ben op vlees. Maar nog leuker lijkt het me om samen aan spareribs te kluiven.
Tot mijn vierde jaar groeide ik op in Suriname. In 1989 ontvluchtte ons gezin de Surinaamse Burgeroorlog en kwam het naar Nederland, om drie jaar later terug te keren.''
Sinds 1998 woon ik in Tilburg. Als je uit verschillende culturen komt en vaker van land naar land bent verhuisd, doet dat iets met je. Je hebt geen eigen identiteit, maar bestaat uit stukjes., oor een deel hebben de verhuizingen mijn wereld verrijkt. Ik ontdekte dat die veel groter was dan de mangoboom in Suriname. Het maakte me al vroeg nieuwsgierig naar wie ik was en waar ik vandaan kwam.
De andere kant is dat je niet goed weet waar je thuishoort. Toen ik de havo volgde, had je op school drie pauzes. In de kleine pauze stond ik bij de leerlingen van het vmbo, in de tweede pauze bij vrienden van de havo en in de derde bij vrienden van het vwo. Ik was een soort kameleon."
,,Op de universiteit ontmoette ik studenten uit de hele wereld die ook weer verschillende dingen aten. Typisch Surinaams? Een kort lontje hebben en belangrijk vinden wat de ander van je vindt. Typisch Nederlands vind ik het individualisme dat kan doorslaan.
Ik schrijf en dicht over liefde, angst, dood en leven. Over emoties. Dat zijn de dingen die ik ken. Uiteindelijk bestaat mijn boodschap uit een vorm van liefde, troost.
Dit gaat altijd gepaard met een persoonlijke zoektocht binnen de grenzen van mijn eigen innerlijke wereld. Ik ben geen manager van symptomen, ik wil bij problemen de angel eruit hebben."
,,Ik dacht dat ik ziek was, totdat ik wist dat mijn angst een naam had en dat je iets aan faalangst kunt doen. Het raakt me om mensen ermee te zien worstelen. Ik wil hen helpen en inspireren om toch uit die beklemming te komen. Als ik op een podium sta, is de knop uit. Dan stopt de neiging om mezelf te verbergen, om me bezig te houden met wat mensen denken. Ik voel me vrij als ik dicht. Het is dan stil in mijn hoofd.
Ik praat over misbruik, over mishandeling, over onaangename zaken die in de wereld gebeuren. Diep in ons hart willen we allemaal hetzelfde, zoals rust voor onze kinderen, voldoende geld om te kunnen leven en geen rotzooi in ons eten. Waarom dan zo bang voor elkaar? Ik ben niet anders dan jij.''